I. De uiteindelijke ervaring

In zijn Lied van Mahamudra, zegt Tilopa:
Mahamudra gaat alle woorden en symbolen te boven,
maar voor jou, Naropa, oprecht en toegewijd,
moet dit worden gezegd:
De Leegte heeft geen houvast nodig,
Mahamudra rust op niets.
Door geen moeite te doen,
maar los en natuurlijk te blijven,
kan men het juk verbreken …
aldus Bevrijding bereiken.

I. De uiteindelijke ervaring
11 februari 1975

DE ERVARING VAN HET UITEINDELIJKE is helemaal geen ervaring … want degene die ervaart is verdwenen. En als degene die ervaart is verdwenen. En als degene die ervaart er niet is, wat kan er dan over gezegd worden? Wie zal het zeggen? Wie geeft de ervaring door? Als er geen subject is, verdwijnt ook het object … de oevers verdwijnen, alleen de ervaringsrivier blijft. Weten is er, maar degene die weet is niet.
Dat is voor alle mystici een probleem. Ze bereiken het Uiteindelijk, maar ze kunnen er niets over zeggen aan hen die volgen. Ze kunnen er niets over meedelen aan anderen die het zo graag verstandelijk willen begrijpen. Zij zijn er één mee geworden. Hun gehele wezen deelt mee, maar intellectuele overdracht is niet mogelijk. Ze kunnen het jou geven als jij klaart bent om te ontvangen; ze kunnen het in jou laten gebeuren als jij het ook toelaat, als je ontvankelijk bent en open. maar woorden schieten tekort, symbolen helpen niet; theorieën en dogma’s hebben totaal geen zin.
De ervaring is zodanig dat het meer lijkt op een ervaren dan op een ervaring. Het is een proces … en het begint, maar het eindigt nooit. Het is een druppel die in de oceaan valt, of, als de oceaan zelf die in de druppel valt. Het is een diep vervloeien, het is een eenheid, je versmelt er eenvoudig mee.
Niets blijft achter, zelfs geen spoor, wie kan het dus overbrengen? Wie keert terug naar de wereld van de vlakte? Wie keert terug naar deze duistere nacht om het jou te vertellen?
Alle mystici over de hele wereld hebben zich altijd ontoereikend gevoeld wat overdracht betreft. Eenwording is mogelijk, maar overdracht niet. Dit moeten we goed begrijpen. Eenwording is een totaal andere dimensie: twee harten ontmoeten elkaar, eenwording is een liefdesrelatie. Overdracht is van hoofd tot hoofd; eenwording van hart tot hart, eenwording is een gevoel. Overdracht is kennis: alleen woorden worden aangegeven, alleen woorden worden gesproken en alleen woorden worden ingenomen en begrepen. En de eigen-aard van woorden is dood, dat niets levends erdoor kan worden overgebracht. Zelfs in het gewone leven, laat het Uiteindelijke even buiten beschouwing, zelfs als je gewoon een piek-ervaring beleeft, een extatisch moment, als je werkelijk iets voelt en iets wordt, blijkt het onmogelijk om in het gewone woorden over te brengen.
In mijn jeugd ging ik dagelijks ’s morgens vroeg naar de rivier. Het is een klein dorp. De rivier is zeer traag, alsof ze helemaal niet stroomt. En ’s morgens, voor zonsopgang, kun je niet zien of ze stroomt, zo traag en stil is ze. En in de morgen wanneer er niemand is, als de zwemmers nog niet zijn gearriveerd, is het ontzettend stil. Zelfs de vogels zingen ’s morgens nog niet … vroegte, geen geluid, alleen geluidloosheid dringt door. En de geur van de mangobomen hangt over de rivier.
Ik ging daar altijd naar toe, naar de verste bocht van de rivier, alleen om te zitten, alleen om er te zijn. Het was niet nodig om iets te doen, alleen daar zijn was genoeg, het was zo’n mooie ervaring om daar te zijn. Ik baadde, ik zwom en als de zon opkwam ging ik naar de andere oever, naar de wijde uitgestrektheid van zand om me te drogen in de zon en te liggen en soms viel ik in slaap.
Als ik thuis kwam vroeg mijn moeder altijd: “Wat heb je de hele morgen gedaan?” Ik zei: “Niets”, want eigenlijk had ik niets gedaan. En dan zei ze altijd: “Hoe kan dat; je bent vier uur weggeweest, hoe is het mogelijk dat je niets gedaan hebt? Je moet iets gedaan hebben” En ze had gelijk, maar ik had ook geen ongelijk. Ik had helemaal niets gedaan. Ik was alleen maar geweest, met de rivier, zonder iets te doen, ik liet toe dat dingen gebeurden. Als ik voelde dat ik wilde zwemmen, onthoud, als het voelde dat ik wilde zwemmen, ging ik zwemmen, maar dat was geen doen van mijn kant, ik dwong me nergens toe. Als ik mezelf in slaap voelde vallen, viel ik in slaap. Dingen gebeurden, maar er was niet iemand die het deed. En mijn eerste satori vond plaats bij de rivier: terwijl ik niets deed, er alleen maar was, gebeurden er duizenden dingen.
Maar mijn moeder hield vol dat ik iets moest hebben gedaan dus zei ik: Oké, ik heb gezwommen em me laten drogen door de zon”, en dan was ze tevreden. Maar ik niet … want wat daar, in de rivier, gebeurde was niet te verwoorden met “ik heb gezwommen”; dat klinkt zo arm en pover. Spelen in de rivier, drijven in de rivier, zwemmen in de rivier, dat was zo’n diepgaande belevenis dat de simpele woorden “ik heb gezwommen”, onzinnig leken; of alleen maar zeggen: “ik ben daar geweest, wandelen langs de oever, zat daar”. zegt niets.
Zelfs in het dagelijks leven voel je het onbeduidende van woorden. En als je het onbeduidende van woorden niet voelt, toont dat aan dat je helemaal niet levend bent geweest; het toont aan dat je zeer oppervlakkig geleefd hebt. Als woorden kunnen uitdrukken wat jij hebt beleefd, betekent het dat je helemaal niets hebt beleefd.
Wanneer voor het eerst iets aan het gebeuren is dat boeven woorden uitstijgt, dan is het leven aan jou gebeurd, het leven heeft aan je deur geklopt. En als het Uiteindelijke aan je deur klopt, ga je eenvoudig voorbij de woorden … je wordt stom, je kunt niet spreken; van binnen wordt zelfs geen enkel woord gevormd. En wat je ook zegt verbleekt daarbij zo, is zo dood, zo zonder betekenis, zonder enige betekenis, dat het lijkt of je de ervaring die jou overkwam onrecht aan doet. Onthoud dit, want Mahamudra is de laatste, de Uiteindelijke ervaring.
Mahamudra betekent een totaal orgasme met het universum. Als je van iemand hebt gehouden en je hebt soms het gevoel gehad van versmelten en oplossen … de twee zijn niet meer twee; de lichamen blijven gescheiden maar iets tussen de lichamen legt een brug, een gouden brug en de tweeheid van binnen verdwijnt; één levensenergie trilt aan beide polen … als je dit overkomen is, dan alleen kun je begrijpen wat Mahamudra is.
Duizend en duizendmaal dieper,
duizend en duizendmaal hoger, is Mahamudra.
Het is een totaal orgasme met het Geheel, met het universum.
Het is een versmelten in de bron van Zijn.
En dit is het Lied van Mahamudra. Prachtig dat Tilopa het lied genoemd heeft, Je kunt het zingen, maar je kunt het niet zeggen; je kunt het dansen, maar je kunt het niet zeggen. Het is zo’n diepgaand verschijnsel dat zingen een klein tipje van de sluier kan oplichten … niet wat je zingt, maar de manier waarop je het bezingt.
Veel mystici hebben eenvoudig gedanst na hun Uiteindelijke ervaring, ze konden niet anders. Ze zeiden iets door middel van hun gehele wezen en lichaam; allen tezamen, lichaam, geest, ziel, alles was erbij betrokken. Ze dansten en die dansen waren geen gewone dansen. In feite is alle dans ontstaan door deze mystici; dans was een manier on de extase over te brengen, het geluk, de gelukzaligheid. Iets van het onbekende drong door in het bekende, iets van wat achter alle dingen is, kwam op aarde … wat kun je meer doen? Je kunt het dansen, je kunt het zingen. Dit is het Lied van Mahamudra.
En zie zal het zingen? Tilopa niet meer. Het orgastische gevoel zelf is aan het zingen. Het wordt biet gezongen door Tilopa; Tilopa is niet meer. De ervaring zelf vibreert en zingt. Vandaar het Lied van Mahamudra, het lied van extase, de extase zelf zingt. Tilopa heeft er niets mee te maken. Tilopa is er helemaal niet. Tilopa is versmolten. Als de zoeker is verdwenen, dan alleen is het doel bereikt. Alleen als degen die ervaart er niet meer is, is er de ervaring. zoek en het zal je ontgaan … omdat door je zoeken de zoeker versterkt wordt. Zoek niet en je zult vinden. Het zoeken zelf, de poging op zichzelf, wordt een hindernis, want hoe meer je zoekt, hoe meer het ego, de zoeker, wordt versterkt.
Zoek niet.
Dat is de kern van het Lied van Mahamudra: zoek niet, blijf alleen maar zoals je bent, ga nergens anders naar toe. Niemand bereikt ooit God, niemand, want je weet helemaal het adres niet. Waar wil je naar toe? Waar denk je het Goddelijke te vinden? Er is geen kaart en er is geen weg en er is niemand die kan zeggen waar HIJ is. Nee, niemand bereikt ooit God. Het is altijd het omgekeerde: God komt naar jou. Zodra je klaar bent klopt Hij aan je deur; Hij zoekt jou zodra je klaar bent. En klaar zijn is niets anders dan ontvankelijk zijn: als je geheel en al ontvankelijk bent is er geen ego; jij wordt een lege tempel met niemand er in. Tilopa zegt in het lied, word als een holle bamboestengel, niets van binnen. En plotseling, op het moment dat je een holle bamboestengel bent, beroeren de Goddelijke lippen je, de holle bamboestengel wordt een fluit en het lied neemt een aanvang … dit is het Lied van Mahamudra. Tilopa is een holle bamboestengel geworden en het Goddelijke is gekomen, en het lied is begonnen. Het is niet Tilopa’s lied, het is het Lied van de Uiteindelijke ervaring zelf.
Iets over Tilopa voor we dit schone fenomeen binnengaan. Er is niet veel over Tilopa bekend, want eigenlijk kan er niets bekend zijn over zulke mensen. Ze laten geen spoor achter, ze worden geen deel van de geschiedenis. Ze bestaan aan de rand, ze maken gee deel uit van de verkeersstroom waarbinnen de gehele mensheid zich beweegt; daar bewegen zij zich niet. Het overgrote deel van de mensheid wordt bewogen door verlangens en mensen als Tilopa bewegen zich in verlangen-loosheid. Zij wijken eenvoudig af van de verkeersstroom de mensheid waar geschiedenis wordt gemaakt.
En hoe verder ze afwijken van die stroom, hoe mythologischer ze worden. Ze bestaan als mythen, ze zijn niet langer gebeurtenissen in de tijd. En dit is zoals het moet zijn, want zij gaan voorbij de tijd, ze leven voorbij de tijd … ze leven in eeuwigheid. Gezien vanuit de dimensie van de gewone mensheid, verdwijnen ze eenvoudig, ze vervliegen. Het moment waarop ze vervliegen, alleen dat ene moment herinneren we ons, voor zover zijn ze deel van ons. Daarom is er niet veel bekend over Tilopa, we weten niet wie hij was.
Alleen dit lied bestaat. Dit is Tilopa’s geschenk en het geschenk werd gegeven aan de discipel Naropa. Dit soort geschenken kan niet zomaar aan iemand worden gegeven … tenzij er een diepe liefdes-intimiteit bestaat. Men moet in staat zijn zulke geschenken te ontvangen en dit lied werd aan Naropa gegeven, zijn discipel. Voordat het aan Naropa werd gegeven werd deze op miljoenen manieren op de proef gesteld: zijn trouw, zijn liefde en vertrouwen. Toen er bekend werd dat er geen enkele vorm van twijfel in hem bestond, zelfs geen greintje twijfel, toen zijn hart totaal gevuld was met vertrouwen en liefde, toen werd hem dit lied geschonken.
Ik ben ook hier om een lied te zingen, maar dat kan jou alleen geschonken worden als je klaar bent. En klaar- zijn betekent dat alle twijfel uit je geest verdwenen is. Je moet je gevoel van twijfel niet onderdrukken, je moet het niet proberen te verwerpen, want als je datgene in jou wat twijfelt verwerpt, blijft het toch in je, dan blijft het een deel van je onbewuste en dan zal het je steeds blijven beïnvloeden. Vecht niet met je twijfelende geest, onderdruk de twijfel niet, doe liever het tegendeel en breng steeds meer energie naar vertrouwen. Wees eenvoudig onverschillig voor je twijfelende geest, iets anders kun je niet doen.
Onverschilligheid is de sleutel, wees gewoon onverschillig. Twijfel is er … accepteer dat.
Breng de energieën steeds meer naar vertrouwen en liefde … want de energie, die twijfel wordt, is dezelfde energie die vertrouwen wordt. Blijf onverschillig voor twijfel. Op het moment dat die twijfel je niets meer kan schelen houdt jouw medewerking op, je geeft geen voedsel meer … want door aandacht wordt iets gevoed. Als je aandacht schenkt aan je twijfel , zelfs door er tegen te zijn, is dat gevaarlijk, want aandacht is voedsel, dat is meewerken. Je zou uitsluitend onverschillig moeten zijn, niet voor twijfel, niet tegen twijfel. Er zijn drie woorden die je goed moet begrijpen. Het ene woord is ‘twijfel’, het andere woord is ‘geloof’, het derde woord is ‘vertrouwen’, in het Oosten bekend als shraddha. Twijfel is een negatieve houding ten opzichte van iets. Wat er ook gezegd wordt, je bekijkt het negatief. Je bent er tegen en je zult motieven vinden, beweegredenen, om je ‘tegen zijn’ te ondersteunen. Dan is er ook nog geloof. Dat is net als twijfel, alleen omgekeerd; er is niet veel verschil. Dit denken bekijkt de dingen positief en tracht motieven te vinden, beweegredenen, die het vóór zijn kunnen ondersteunen. Het denken dat twijfelt onderdrukt geloof; het denken dat gelooft onderdrukt twijfel … maar in essentie zijn beide van de zelfde stof, er is geen kwaliteitsverschil.
Dan is er een derde soort denken waarbij twijfel eenvoudig verdwenen is … en als twijfel verdwijnt, verdwijnt geloof ook. Vertrouwen is geen geloof, vertrouwen is liefde, het is geen geloof, want het is niet half, het is totaal. Vertrouwen is geen geloof want daar zit geen twijfel bij, dus hoe kun je geloven? Vertrouwen is helemaal geen rationalisatie: vertrouwen is nergens tegen, nergens voor. Vertrouwen is vertrouwen, een diep vertrouwen, een liefde. Je hebt er geen logische redenering voor, het is er gewoon. Wat kun je er aan doen?
Creëer geen vertrouwen. Wees alleen maar onverschillig, zowel ten opzichte van geloof als ten opzichte van twijfel en richt je energieën steeds meer naar liefde; heb meer lief, heb onvoorwaardelijk lief. Houd niet alleen van mij, want dat is niet mogelijk: als je liefhebt, heb je eenvoudig meer lief. Als je liefhebt, besta je eenvoudig op een liefdevollere manier … niet alleen ten opzichte van de Meester, maar ten opzichte van alles om je heen: voor de bomen en de stenen en de hemel en aarde. Jij, jouw wezen, de kwaliteit van jouw eigen zijn, wordt een uitdrukking van liefde. Dan ontstaat vertrouwen. En alleen in zo’n vertrouwen kan een geschenk als het Lied van Mahamudra gegeven worden. Toen Naropa klaar was, gaf Tilopa dit geschenk.
Onthoud dus dat je met een Meester niet op een ‘hoofd-trip’ bent. Twijfel en geloof zijn ‘hoofd-trips’. Met een Meester ben je op een ‘hart-trip’. En het hart weet niet wat twijfel is en het hart weet niet wat geloof is … het hart kent alleen vertrouwen.. Het hart is net als een klein kind: een klein kind hangt aan z’n vaders hand en waar de vader ook gaat, het kind gaat mee, vertrouwend nog twijfelend; het kind is on-verdeeld. Twijfel is half, geloof is half. Een kind is nog totaal, heel; hij gaat eenvoudig met z’n vader mee, waar die ook gaat. Als een discipel als een kind wordt, dan alleen kunnen deze geschenken, vanuit de hoogste bewustzijnspiek, gegeven worden.
Wanneer jij als een diep-ontvangend dat wordt, dan kunnen hoogste bewustzijnspieken gegeven worden. Alleen een dal kan een piek ontvangen. Een discipel moet volstrekt vrouwelijk worden, ontvangend, als een baarmoeder. Alleen dan kan er zo’n fenomeen plaatsvinden als in dit lied.
Tilopa is een Meester. Naropa is de discipel en Tilopa zegt:
Mahamudra gaat alle woorden en symbolen te boven,
maar voor jou, Naropa, oprecht en toegewijd,
moet dit worden gezegd …
Het gaat alle woorden en alle symbolen te boven, alle woorden en symbolen. Hoe kan het dan gezegd worden? Als het werkelijk alle woorden en symbolen te boven gaat, hoe kan het dan worden gezegd? Is er dan een weg? Ja, er is een weg: als er een Naropa is, is er een weg; als er werkelijk een discipel is, is er een weg. Het is afhankelijk van de discipel of er een weg gevonden wordt of niet.
Als de discipel zo ontvankelijk is dat hij niet meer zelf denkt … dat hij niet meer oordeelt of iets goed is of slecht, dat hij geen denken meer heeft van zichzelf, hij heeft zin denken overgegeven aan de Meester, hij is ontvankelijk, hij is leegte, hij is klaar om wat er ook gegeven wordt onvoorwaardelijk te verwelkomen … dan zijn woorden en symbolen niet meer nodig, dan kan er iets worden gegeven. En je kunt het horen tussen de woorden, je kunt het lezen tussen de regels … woorden zijn dan alleen maar een excuus. Het ware gebeurt alleen maar aan de rand van de woorden.
Woorden zijn alleen maar een foefje, een middel. Het ware volgt de woorden als een schaduw. En als je teveel in je denken zit, zul je naar de woorden luisteren, maar dan kan het niet worden meegedeeld. Maar als je, helemaal niet in je denken zit, dan ervaar je subtiele schaduwen die de woorden volgen, ze zijn zeer subtiel, alleen het hart kan ze waarnemen, onzichtbare schaduwen, onzichtbare bewustzijnsrimpels, ‘vibraties’…, dan is eenwording onmiddellijk mogelijk.
Zegt Tilopa:
… maar voor jou, Naropa, oprecht en toegewijd,
moet je dit worden gezegd …
Dat wat niet kan worden gezegd, moet aan de discipel gezegd worden. Dat wat niet kan worden gezegd, wat absoluut onzichtbaar is, moet zichtbaar worden gemaakt voor de discipel. Het jangt niet alleen af van de Meester, maar meer nog van de discipel.
Tilopa was zo gelukkig een Naropa te vinden. Er zijn enkele Meesters geweest die niet zo fortuinlijk waren, die nooit een discipel als Naropa hebben kunnen vinden, waardoor alles wat zij gewonnen hadden meet hen verdwenen is, want er was niemand om het te ontvangen.
Soms hebben Meesters duizenden mijlen afgelegd om een discipel te zoeken. Tilopa zelf ging van India naar Tibet om Naropa te vinden, om een discipel te vinden. Tilopa trok heel India door en kon geen mens vinden van die kwaliteit, die zo’n geschenk kon ontvangen, die zo’ geschenk naar waarde kon schatten , die in staat zou zijn het in zich op te nemen, erdoor herboren te worden. En zodra het geschenk door Naropa werd ontvangen, werd hij geheel en al getransformeerd. Er wordt vermeld dat Tilopa toen tegen hem zei: “Ga nu en vind je eigen Naropa.”
Naropa had ook geluk wat dat betreft: hij vond Marpa. Marpa was ook gelukkig, hij vond Milarepa. Maar toen verdween de traditie want er waren geen discipelen meer te vinden van dat grote kaliber. Vele malen is er religie op aarde gekomen en verdwenen: vele malen zal ze komen en verdwijnen. Een religie kan geen kerk worden, een religie kan geen sekte worden; een religie is afhankelijk van persoonlijke eenwording. De religie van Tilopa bestond slechts vier generaties, van Naropa tot en met Milarepa, toen verdween ze.
Religie is net als een oase: de woestijn is onmetelijk en soms verschijnt er een oase. Zoek de oase zolang ze nog bestaat, drink van haar zolang ze er nog is … zij is zeer zeldzaam.
Jezus zegt vele malen tot z’n discipelen: ‘Een korte tijd zog ben ik hier. En terwijl ik hier ben, eet me, drink me’. Laat deze gelegenheid niet voorbij gaan … want het kan duizenden jaren duren eer een man als Jezus weer verschijnt. De woestijn is onmetelijk. Soms verschijnt er oase en verdwijnt weer, want een oase doemt op vanuit het onbekende en heeft een verankering nodig op deze aarde. Al het anker hier niet is kan ze hier niet blijven. Een Naropa is een anker.
Hetzelfde zou ik tot jullie willen zeggen: Nu ik hier ben, nog maar voor korte tijd, laat de gelegenheid niet voorbij gaan, Je kunt hem voorbij laten gaan door alledaagse dingen: je kunt je blijven bezig houden met onzin, met mentale ballast; je kunt doorgaan met het voor en tegen afwegen … de oase zal spoedig verdwijnen. Je kunt het voor en tegen later overdenken. Drink nu, want er zullen nog vele levens volgen waarin je over het voor en tegen kunt nadenken, haast je niet. Maar drink terwijl de oase er nog is.
Zodra je dronken bent van een Jezus of een Naropa, ben je totaal getransformeerd. De transformatie is zeer, zeer gemakkelijk en eenvoudig, het is een natuurlijk proces. al wat nodig is, is een voedingsbodem worden om het zaad te ontvangen; een baarmoeder worden en het zaad ontvangen.
Mahamudra gaat alle woorden en symbolen te boven,
maar voor jou Naropa, oprecht en toegewijd,
moet dit worden gezegd …
Het kan niet worden uitgesproken, het is onuitspreekbaar … maar voor een Naropa moet gezegd worden. Telkens wanneer een discipel klaar is verschijnt de Meester, moet de Meester verschijnen. Overal waar diepe behoefte bestaat, moet die vervuld worden. Het gehele bestaan beantwoordt aan jouw diepste behoeften, maar de behoefte moet er zijn. Anders loop je Tilopa, Boeddha, Jezus voorbij en ben je niet eens in staat om te zien dat je een Jezus voorbij hebt laten gaan.
Tilopa leefde in dit land. Niemand kuistrede naar hem … en hij was klaar om het uiteindelijke geschenk te geven. Wat is er gebeurd? En het is hier in India vaker gebeurd, er moet iets achter zitten; het is in dit land vaker gebeurd dan waar ook, want verscheidene Tilopa’s zijn hier geboren. Maar waarom moest Tilopa naar Tibet gaan? Waarom moest Bodhidharma naar China gaan?
Dit land weet te veel, dit land is te veel ‘hoofd’ geworden. Daarom is het zo moeilijk een hart te vinden … het land van Brahmanen en pundits, het land van grote kenners, filosofen. Ze kennen de Veda’s, de Upanishaden, ze kunnen alle geschriften uit het hoofd citeren; een land van het hoofd. Daarom is het zo vaak gebeurd.
Zelfs ik voel het: met een Brahmaan is het moeilijk communiceren. Een man die te veel weet wordt bijna onmogelijk … want hij weet zonder te weten. Hij heeft begrippen verzameld, theorieën, dogma’s, geschriften; ze zijn alleen maar een last voor zijn bewustzijn, er is geen sprake van bloei. Er is niets met hem gebeurd, het is alles geleend en alles wat geleend is, is rommel, verrot … werp het ver weg zodra je kunt.
Alleen dat wat er met je gebeurt is waar.
Alleen dat wat in jou tot bloei komt is waar.
Alleen dat wat in jou groeit is waar en levend.
Onthoud het altijd: vermijd geleende kennis.
Geleende kennis wordt een foefje voor het denken: onwetendheid wordt erdoor verborgen maar er nooit door vernietigd. En hoe meer je je omringt met kennis, hoe meer onwetendheid en duisternis zullen heersen in het diepste van je centrum, in de kern van je wezen. Een man van kennis, geleende kennis, is bijna geheel opgesloten in die kennis; je kunt niet tot hem doordringen. Het is moeilijk om z’n hart te vinden, hij heeft zelf ieder contact met z’n hart verloren. Dus is het niet toevallig dat Tilopa naar Tibet moest. Bodhidharma naar China: een zaadje moet ver reizen om vruchtbare aarde te vinden.
Onthoud dit, want het is gemakkelijk verslaafd te raken aan kennis … kennis is een verslaving, een ‘drug’. En gevaarlijker dan LSD, gevaarlijker dan marihuana. In zekere zin is het effect gelijk, want marihuana geeft je een glimp van iets dat er niet is; ze biedt je een volstrekt subjectieve droom … en hallucinatie. Met kennis is het net zo: kennis geeft je een hallucinatie van weten. Je gaat geloven dat je weet want je kunt de Veda’s citeren, je weet omdat je kunt redeneren, je weet omdat je een zeer logische scherpe geest hebt. Wees geen dwaas! Logica heeft nog nooit iemand tot waarheid geleid. En een rationele geest is alleen maar spel. Alle redeneringen zijn onvolwassen.
Leven bestaat zonder enige redenering en Waarheid heeft geen behoefte aan bewijzen … zij heeft slechts jouw hart nodig, geen redeneringen, maar je liefde, je vertrouwen, je klaar zijn om te ontvangen.
Mahamudra gaat alle woorden en symbolen te boven,
maar voor jou Naropa, oprecht en toegewijd,
moet dit worden gezegd …

De Leegte heeft geen houvast nodig,
Mahamudra rust op niets.
Door geen moeite te doen,
maar los en natuurlijk te blijven,
kan men het juk verbreken …
aldus bevrijding bereiken.
Geen zinniger woorden zijn ooit uitgesproken. Probeer iedere nuance van wat Tilopa tracht te zeggen te begrijpen.
De Leegte heeft geen houvast nodig …
Als er iets is, heeft het steun nodig, houvast. Maar als er niets is, leegte, is er geen behoefte aan steun. En dit is de diepste verwerkelijking van allen die weten: dat je wezen een niet-wezen is. Te zeggen dat het een wezen is, is verkeerd, want het is niet iets, het is niet als iets. Het is als niets: een onmetelijke leegte, zonder begrenzingen. Het is een anatma, een niet-zelf ; er is geen zelf binnenin jou.
Alle gevoel van zelf is vals. Alle identificatie als ík ben dit of dat’ is vals.
Wanneer je tot het Uiteindelijke komt, wanneer je je diepste kern nadert, weet je plotseling dat je noch dit noch dat bent … je bent niemand. Je bent geen ego, je bent alleen maar een onmetelijke leegte. En soms, als je zit, doe dan je ogen dicht en voel alleen maar wie je bent, waar ben je? Ga dieper en je kunt bang worden, want hoe dieper je gaat, hoe dieper je voelt dat je niemand bent, een niets-heid. Daarom worden mensen zo bang voor meditatie: meditatie is een dood, de dood van het ego … en het ego is alleen maar een vals concept.
Fysici komen nu tot dezelfde waarheid door hun wetenschappelijk onderzoek naar de diepte in het rijk de materie. Wat Boeddha, Tilopa en Bodhidharma door hun inzicht bereikten, is de wetenschap in de buitenwereld aan het ontdekken. Ze zeggen nu dat er niets stoffelijk is en stof staat op een lijn met het begrip van het zelf.
Een steen bestaat, je voelt dat hij zeer stoffelijk is. Je kunt er iemands hoofd mee stukslaan en bloed zal vloeien, de man kan zelfs sterven; steen is zeer stoffelijk. Maar vraag het aan de fysici: ze zeggen dat steen onstoffelijk is, er zit niets in. Ze zeggen dat een steen slechts een energieverschijnsel is; energiestromen lopen kriskras over de steen en geven een gevoel van substantie. Zoals een groot aantal lijnen elkaar kriskras op een vel papier worden aangebarcht; waar veel lijnen elkaar kruisen ontstaat een punt, er verschijnt een punt. De punt was er niet eerder; twee lijnen kruisen elkaar e er verschijnt een punt; waar veel lijnen elkaar kruisen verschijnt een dikke punt. Is die punt er werkelijk? Of geven lijnen die elkaar kruisen alleen maar die illusie dat er een punt is?
Fysici zeggen dat energiestromen, die elkaar kruisen, materie scheppen. En ze zeggen dat deze energiestromen niet stoffelijk zijn, ze hebben geen gewicht, ze zijn onstoffelijk. Onstoffelijke lijnen, die elkaar kruisen, geven een illusie van iets stoffelijk, zeer stoffelijk zoals een steen.
Boeddha verwierf het volgende verlicht inzicht vijfentwintig eeuwen voor Einstein; binnenin is niemand; slechts energielijnen die elkaar kruisen geven jou een zelf-gevoel. Boeddha zei altijd, het zelf is als een ui: als je een ui schilt, komt er na het eerste laagje weer een laagje en weer een ander laagje. Je gaat door met schillen, laagje voor laagje en wat blijft er uiteindelijk over? De hele ui is geschild en je vindt niets van binnen.
De mens is als een ui. Je schilt laagjes gedachten, gevoelens af en wat vind je uiteindelijk? Een niets.
Dit niets heeft geen steun nodig.
Dit iets bestaat op zichzelf.
Daarom zegt Boeddha dat er geen God is; er is geen behoefte aan een God want God is een steun. En Boeddha zegt, er is geen Schepper, want er is geen behoefte om een nietsheid te scheppen. Dit is een van de moeilijkste begrippen om te begrijpen … tenzij jet het verwerkelijkt.
Daarom zegt Tilopa:
Mahamudra gaat alle woorden en symbolen te boven.
Mahamudra is een ervaring van nietsheid …
je bent eenvoudig niet.
En als jij niet bent, wie is er dan die lijdt?
Wie voelt pijn en angst?
Wie is depressief en verdrietig?
En wie is gelukkig en gelukzalig?
Boeddha zegt. als je voelt dat je gelukzalig bent, word je weer een slachtoffer van lijden, want jij bent er nog steeds. Wanneer jij niet bent, geheel niet, volstrekt niet, dan is er geen lijden en geen gelukzaligheid … en dit is de ware gelukzaligheid. Dan kun je net terugvallen. Nietsheid bereiken is alles bereiken.
Mijn poging is jullie te leiden naar nietsheid, je te leiden naar een vacuüm.
De Leegte heeft geen houvast nodig,
Mahamudra rust op niets.
Door geen moeite te doen,
maar los en natuurlijk te blijven,
kan men het juk verbreken …
aldus bevrijding bereiken.
Allereerst moet je begrijpen dat het begrip van zelf geschapen wordt door het denken … er is geen zelf in jou.
Het gebeurde eens dat een groot boeddhist, een Verlicht, werd uitgenodigd door een koning om hem te onderrichten. De naam van de boeddhistische monnik was Nagasen en de koning was onderkoning van Alexander. Toen Alexander terugkeerde uit India, liet hij Minander hier als zijn onderkoning; zijn Indiase naam is Milinda. Milinda verzocht Nagasen om te komen en hem te onderrichten. Hij was werkelijk geïnteresseerd, hij had veel over Nagasen gehoord, veel geruchten deden de ronde aan het hof: ‘Een zeldzaam verschijnsel! zelden komt een man tot bloei en met deze man is het gebeurd. Hij heeft de geur van iets onbekends om zich heen, een geheimzinnige energie. Hij wandelt op de aarde, maar hij is niet van deze aarde.’ De koning was geïnteresseerd, dus nodigde hij hem uit.
De boodschapper die naar Nagasen ging, kwam verward terug want Nagasen had gezegd: ‘Ja, als hij uitgenodigd, zal Nagasen komen … maar zeg hem dat er niet zo iemand is als Nagasen. Als hij uitnodigt zal ik komen, maar vertel hem nauwkeurig dat er niet zo iemand is als ‘Ik ben’. Ik ben niet meer.’ De boodschapper was van streek, want als Nagasen er niet meer is, wie kan er dan komen? Milinda raakte ook in verwarring, hij zei: ‘Deze man spreekt wartaal. Maar laat hem komen.’ Hij was een Griek, deze Milinda, en het Griekse denken is van oorsprong logisch.
Er zijn maar twee soorten denken in de wereld, het Indiase denken en het Griekse denken. Het Indiase denken is onlogisch en het Griekse denken is logisch. De Indiër beweegt zich in de duistere diepten, wilde diepten; er zijn geen grenzen, alles is vaag, bewolkt. Het Griekse denken bewandelt de logische lijn, het rechte, waar alles wordt afgebakend en ingedeeld. Het Griekse denken beweegt zich in het onbekende en nog verder, in het onkenbare. Het Griekse denken is volstrekt rationeel; het Indiase denken is volstrekt tegenstrijdig. Dus als je teveel tegenstrijdigheden in mij ontdekt, maak je dan geen zorgen … in het oosten is tegenstrijdigheid de weg om tot elkaar te komen.
Milinda zei: ‘Deze man lijkt irrationeel, krankzinnig. Als hij niet is hoe kan hij dan komen? Maar laat hem komen, ik zal wel zien. Ik zal bewijzen dat hij is: als hij komt, bewijst hij dat hij is.’
Nagasen kwam. Milinda ontving hem bij de poort en het eerste dat hij zei was: ‘U hebt me in de war gebracht; u bent gekomen hoewel u gezegd hebt dat u niet bent.’
Nagasen antwoordde: ‘Dat zeg ik nog. Laten we het dus hier rechtzetten.’
een menigte dromde samen, het hele hof kwam erbij staat en Nagasen zei: ‘U vraagt.’
Milinda vroeg: ‘Vertelt u me eerst eens: Als iets niet is, hoe kan het dan komen? Als het, om te beginnen niet is, dan is het toch niet mogelijk dat het komt … en u bent gekomen. Het is eenvoudige logica dat u bent.’
Nagasen lachte en zei: ‘Kijk eens naar deze ratha, een wagen.’
Milinda zei: ‘Ja.’
Toen gebood Nagasen zijn volgelingen om de paarden uit te spannen. De paarden werden uitgespennen en Nagasen vroeg: ‘Zijn deze paarden de wagen?’
Milinda zei: ‘Natuurlijk niet.’
Toen, stukje bij beetje, werd alles van de wagen verwijderd. De wielen werden weggenomen en hij vroeg: ‘Zijn deze wielen de wagen?’
En Milinda zei: ‘Natuurlijk niet.’
Toen alles verwijderd was en er niets meer over was, vroeg Nagasen: ‘Waar is de wagen waarmee ik ben gekomen?’… en we hebben de wagen niet weggehaald en het werd door u bevestigd dat alles wat we verwijderden niet de wagen is. Welnu, waar is de wagen?’
Nagasen zei: ‘Precies zo bestaat Nagasen. Verwijder de verschillende delen en hij zal verdwijnen.’ Alleen maar elkaar kruisende energielijnen: verwijder de lijnen en de punt verdwijnt. De wagen was slechts een combinatie van onderdelen.
Jij bent ook een combinatie van onderdelen, het ‘ik’ is een combinatie van onderdelen. Verwijder onderdelen en het ‘ik’ verdwijnt. Als daarom gedachten van bewustzijn worden verwijderd, kun je niet zeggen ‘ik’, want er is geen ‘ik’ … alleen een vacuüm blijft over. Als gevoelens worden verwijderd, verdwijnt het zelf. Je bent en toch ben je niet: alleen maar een afwezigheid, zonder grenzen. leegte.
Dit is het laatste dat bereikt wordt, deze staat is Mahamudra … want alleen in die staat kun je een orgasme beleven met het Geheel … nu is er geen grens, er bestaat geen zelf; nu is er voor jou geen grens die verdeelt.
Het Geheel heeft geen grenzen. Je moet als het Geheel worden … alleen dan kan er een ontmoeting plaats vinden, een versmelting. Als je leeg bent, ben je grenze-loos en plotseling word jij het Geheel.
Als jij niet bent, word je het Geheel.
Als jij bent, word je een lelijk ego.
Als jij niet bent, heb je alle bestaansruimte voor jouw wezen om te zijn.
Maar dit zijn tegenstrijdigheden. Probeer het dus te begrijpen: word een beetje als Naropa, anders zullen deze woorden en symbolen niets aandragen. Luister naar mij in vertrouwen. En als ik zeg, luister naar mij in vertrouwen, bedoel ik dat ik dit gekend heb, het is zo. Ik ben een getuige, ik getuig ervan, het is zo. Het mag dan niet mogelijk zijn om het te zeggen, maar dat betekent niet dat het niet is. Het mag dan mogelijk zijn iets te zeggen, maar dat betekent niet dat het is. Je kunt iets zeggen dat niet is, en je kunt niet in staat zijn te iets te zeggen dat is. Ik getuig ervan, maar jij zult slechts in staat zijn mij te begrijpen als je een Naropa bent, als je naar me luistert in vertrouwen.
Ik leer je geen dogma. Ik zou me helemaal niet hebben ingelaten met Tilopa als dit niet ook mijn eigen ervaring was. Tilopa heeft het goed gezegd:
De Leegte heeft geen houvast nodig,
Mahamudra rust op niets.
Op niets rust Mahamudra.
Mahamudra betekent letterlijk het grote gebaar, of het Uiteindelijke gebaar, het laatste dat je kunt maken, daar voorbij is niets mogelijk.
Mahamudra rust op niets.
Wees een niets en dan is alles bereikt.
Sterf, en je wordt een god.
Verdwijn, en je wordt het Geheel.
Hier verdwijnt de druppel,
en daar komt een oceaan tot bestaan.
Klamp je niet vast aan jezelf … dat is wat je al je vorige levens gedaan hebt: vastklampen, bang, dat als je je niet aan je ego vastklampt, je dan naar beneden kijkt en een peilloze afgrond ziet…
Daarom klampen we ons zo vast aan kleine dingen, zeer onbeduidende dingen en we klampen ons er steeds aan vast. Het vastklampen alleen toont aan dat je je ook bewust bent van een onmetelijke leegte binnenin. Er is iets nodig om je aan vast te klampen, maar dit is je samsara, je ellende. Laat jezelf in de peilloze afgrond vallen. En zodra je jezelf daarin laat vallen, word je de afgrond zelf.
Dan is er geen dood, want hoe kan een afgrond sterven?
Dan is er geen einde aan, want hoe kan een niets eindigen?
Iets kan eindigen, zal moeten eindigen …
alleen niets kan eeuwig zijn.
Mahamudra rust op niets.
Laat het me jullie uitleggen door een ervaring die je kent. Als je van iemand houdt, ben je een niets geworden. Als je van iemand houdt ben je een niet-zelf geworden. Daarom is liefde zo moeilijk. En, daarom zegt Jezus, God is als liefde. Hij weet iets over Mahamudra … want voor hij z’n leer begon in Jeruzalem, is hij in India geweest. Hij is ook in Tibet geweest en hij heeft mensen als Tilopa en Naropa ontmoet. Hij verbleef in boeddhistische kloosters. Hij leerde wat het is dat deze mensen leegheid noemen. Toen trachtte hij zijn gehele inzicht te vertalen in Joodse terminologie. Toen werd het allemaal een warboel. Je kunt het boeddhistische inzicht niet vertalen in Joodse woorden. Het is onmogelijk, want de gehele Joodse terminologie is gebaseerd op positieve waarden en de boeddhistische terminologie is gebaseerd op absoluut nihilistische waarden: niets, leegte. Maar hier en daar in Jezus’ woorden krijg je een glimp. Hij zegt ’God is liefde’, hij wijst iets aan. Wat is die aanwijzing?
Als je liefhebt, moet je niemand worden. Als je iemand blijft, dan gebeurt liefde nooit. Als je van iemand houdt, als liefde gebeurt, al is het maar een kort moment, en tussen twee mensen vloeit, dan zijn er twee nietsheden, niet twee personen. Als je ooit een liefdeservaring hebt gehad, kun je het begrijpen. Twee geliefden zitten bij elkaar … alleen dan is de ontmoeting mogelijk want hindernissen zijn genomen, grenzen zijn weggevallen. De energie kan van hier naar daar bewegen, er is geen hindernis. En alleen in zo’n moment van diepe liefde is orgasme mogelijk.
Als twee geliefden elkaar liefhebben en als beiden ziet-zelven zijn, nietsheden, dan gebeurt orgasme. Hun lichaamsenergie, hun gehele wezen, verliest alle identiteit; ze zijn niet meer zichzelf … ze zijn in de peilloze afgrond gevallen. Maar dit kan slechts een enkel ogenblik gebeuren, dan komen ze weer bij: en weer begint het vastklampen.
Daarom zijn mensen zo bang voor liefde.
In diepe liefde zijn mensen bang om gek te worden, of om te sterven, bang voor dat wat zal gebeuren. De afgrond opent z’n muil, het hele bestaan gaapt … en opeens ben jij daar en je kunt erin vallen. Mensen worden bang voor liefde en dan bevredigen ze zich met seks en ze noemen hun seks ‘liefde’.
Liefde is geen seks. Seks kan gebeuren in liefde, kan deel ervan zijn, een integraal deel, maar seks op zichzelf is geen liefde … seks is een substituut. Je tracht liefde te vermijden door seks. Je geeft jezelf een gevoel dat je verliefd bent, maar je beweegt je niet in liefde. Seks is net als geleende kennis: je krijgt een gevoel van weten zonder te weten, een gevoel van liefde en liefhebben zonder lief te hebben.
In liefde ben jij niet, de ander ook niet: dan alleen plotseling, verdwijnen de twee. Hetzelfde gebeurt in Mahamudra. Mahamudra is een totaal orgasme met het hele bestaan.
Daarom wordt in Tantra … en Tilopa is een Tantrische Meester … diepe geslachtsgemeenschap, orgastische geslachtsgemeenschap tussen twee geliefden, ook Mahamudra genoemd en twee geliefden in een diepe orgastische staat staan afgebeeld in Tantrische tempels en in Tantrische boeken. Dat is een symbool geworden voor het laatste orgasme.
Mahamudra rust op niets.
Door geen moeite te doen,
maar los en natuurlijk te blijven…
En dit is Tilopa’s methode en de hele methode van Tantra: Geen moeite te doen… want als je moeite doet, wordt het ego versterkt. Als je moeite doet, kom jij er in.
Dus liefde is geen poging, je kunt geen poging doen om lief te hebben. Als je moeite doet, is er geen liefde. Je vervloeit er in, je doet geen moeite; je laat het eenvoudig gebeuren, je doet geen moeite … Het is niet een doen, het is geen gebeuren: Door geen moeite te doen… En hetzelfde is het geval met het totale, het allerlaatste: je doet geen moeite, je laat je eenvoudig drijven … maar je blijft natuurlijk.
Dit is de weg, dit is de basis van Tantra.
Yoga zegt, doe moeite en Tantra zegt, doe geen moeite. Yoga is ego-georiënteerd, uiteindelijk zal het de sprong maken, maar Tantra is, vanaf het eerste begin, niet ego-georiënteerd. Yoga bereikt op het laatste moment zoveel zinvols, zoveel diepgang, dat het de zoeker zegt: ‘Laat nu het ego los’ … uitsluitend op het allerlaatst. Tantra zegt het vanaf het begin, vanaf de eerste stap.
Ik zou het zo willen zeggen, waar Yoga eindigt, begint Tantra … en Tantra leidt je naar het Uiteindelijke doel. Yoga kan je voorbereiden op Tantra, dat is alles, want het allerlaatste is ‘moeite-loos’ zijn. ‘los en natuurlijk’.
Wat bedoeld Tilopa met ‘los en natuurlijk’? Vecht niet met jezelf, wees los. Probeer geen karakterstructuur om je heen te bouwen, een moraal. Disciplineer jezelf niet te veel, anders wordt diezelfde discipline slavernij. Schep geen gevangenis om je heen. Blijf los, drijf, beweeg mee met de situatie, laat de situatie in je weerklinken. Beweeg je niet voort met een karakterjasje om je heen, beweeg niet met een vastgelegde houding. Blijf los als water, niet vast als ijs. Blijf bewegen en vloei; waar de natuur je leidt, ga je. Bied geen weerstand, tracht jezelf, je wezen, niet iets op te leggen.
Maar de hele maatschappij legt je van alles en nog wat op: Wees goed, wees fatsoenlijk, wees dit en dat. En Tantra gaat absoluut verder dan maatschappij, cultuur, beschaving. Tantra zegt, als je te gecultiveerd bent, zul je alles verliezen wat natuurlijk is en dan word je een mechanisch ding, niet drijvend, niet vloeiend. Dwing jezelf dus niet in een structuur … leef van moment tot moment. leef oplettend. En dit moet intens tot je doordringen. Waarom trachten mensen een structuur om zich heen te bouwen? Opdat ze niet zo hoeven op te letten; want als je geen karakter om je heen hebt gebouwd, moet je zeer bewust zijn; ieder moment moet de beslissing genomen worden. Je beschikt niet over een pasklaar besluit, je hebt geen houding. De situatie en de weerklank: er gebeurt iets en je bent volstrekt onvoorbereid … je zult heel erg bewust moeten zijn.
Om bewust zijn te vermijden hebben mensen een foefje bedacht en het foefje is karakter. Dwing jezelf in een bepaalde discipline zodat de discipline voor je zal zorgen, of je je daarvan bewust bent of niet. Maak er bijvoorbeeld een gewoonte van om altijd de waarheid te spreken, maak het tot een gewoonte, dan hoef je je er geen zorgen meer om te maken. Iemand vraagt je iets en uit gewoonte moet je de waarheid zeggen … maar een waarheid uit gewoonte is dood.
En het leven is niet zo eenvoudig. Het leven is een zeer complex verschijnsel. Soms is een leugen nodig en soms kan een waarheid gevaarlijk zijn … je moet je daar bewust van zijn. Als bijvoorbeeld door jouw leugen iemands leven wordt gered, als door jouw legen niemand schade wordt gedaan en iemands leven wordt gered, wat doe je dan? Als je stug vasthoudt aan je denkbeeld dat je vooral de waarheid moet spreken, dan dood je een leven.
Niets is waardevoller dan een leven, geen waarheid, niets is waardevoller dan een leven. En soms kan jouw waarheid iemand het leven ontnemen. Wat ga je doen? Alleen maar om jouw oude patroon en je gewoonte te redden, je eigen ego ‘Ik ben een eerlijk mens’ offer je een leven op alleen maar door een waarheidsgetrouw mens te zijn, alleen daarom? Dat is te veel, je bent volslagen gek! Als een leven kan worden gered, zelfs als mensen denken dat je een leugenaar bent, wat is daar verkeerd aan? Waarom maak je je zoveel zorgen om wat de mensen over je zeggen?
Het is moeilijk! Het is niet zo eenvoudig om een vast patroon te scheppen, want het leven gaat door met bewegen en veranderen, ieder moment is een nieuwe situatie en je moet respons geven. Doe dit met volledig bewust zijn, dat is alles. En laat de beslissing voortkomen uit de situatie, niet pasklaar, niet opgelegd. Draag geen ingebouwd denkpatroon met je mee, blijf alleen maar los en bewust en natuurlijk.
Een werkelijk religieus mens is zo; zogenaamd religieuze mensen zijn dode mensen. Ze handelen uit gewoonte, ze gaan door met handelen uit gewoonte … dit is conditionering, dit is geen vrijheid. Bewustzijn heeft vrijheid nodig.
Wees los: onthoud dit woord zo goed als je kunt. Laat het je doordringen: wees los … zodat je gemakkelijk met iedere situatie kunt vervloeien, gemakkelijk, als water dat in een glas wordt geschonken en de vorm aanneemt van het glas. het biedt geen weerstand, het zegt niet ‘Dit is mijn vorm niet.’ Als water in een kan, in een kruik wordt geschonken, neemt het daarvan de vorm aan. Het biedt geen weerstand, het is los.
Blijf los als water.
soms moet je naar het zuiden, soms naar het noorden, je zult van richting moeten veranderen: naar gelang de situatie zul je moeten vloeien. Maar als je weet hoe je moet vloeien, is het voldoende. De oceaan is niet meer zo veraf als je weet hoe je moet vloeien.
Creëer dus geen patroon … maar de maatschappij tracht een patroon te creëren en alle godsdiensten trachten een patroon te creëren. Zeer weinig mensen, alleen Verlichten, zijn moedig genoeg om de waarheid te spreken en de waarheid is: Wees los en natuurlijk! Als je los bent, ben je vanzelf natuurlijk.
Tilopa zegt niet: ‘Wees fatsoenlijk.’ hij zegt: ‘Wees natuurlijk.’ En dat zijn diametraal tegenover elkaar liggende dimensies. een fatsoenlijk mens is nooit natuurlijk, dat kan hij niet zijn. Als hij kwaad wordt kan hij niet kwaad zijn want de moraal staat dat niet toe. Als hij zich liefdevol voelt, kan hij niet liefdevol zijn, vanwege de moraal. Hij handelt altijd volgens zijn moraal, nooit volgens de natuur.
Maar ik zeg je: als je je volgens de normen beweegt en niet volgens je natuur, zul je de staat van Mahamudra nooit bereiken, want dat is een natuurlijke staat, de hoogste peik van natuurlijk zijn. Ik zeg je: als je kwaad bent, wees kwaad … maar je moet onthouden dat je je er volmaakt bewust van moet zijn. Woede mag je bewustzijn niet overweldigen, dat is alles.
Laat woede toe, laat het gebeuren, maar let zeer goed op wat er gebeurt. Blijf los, natuurlijk, aandachtig, sla gade wat er gebeurt. Gaandeweg zul je zien dat veel dingen eenvoudig verdwijnen, ze gebeuren niet meer … en zonder dat jij er iets voor doet. Je hebt nooit geprobeerd ze te doden en toch zijn ze eenvoudig verdwenen.
Als iemand zich ervan bewust is, verdwijnt woede gaandeweg. Woedend worden is dom … niet slecht, onthoud dit, want ’slecht’ is beladen. Het wordt eenvoudig dom! Niet omdat het slecht is loop je er niet in meer in, maar omdat het eenvoudig dwaas is; het is geen zonde, maar dom. Hebzucht verdwijnt, hebberigheid is dom. Jaloezie verdwijnt, het is dom om jaloers te zijn.
Onthoud deze waardebepalingen. Volgens de fatsoensnormen bestaat iets als goed en als slecht. In natuurljik-zijn bestaat iets als wij en als onwijs. Iemand die natuurlijk is, is wijs, niet goed. Iemand die niet natuurlijk is, is dom, niet slecht. Niets is goed of slecht, er zijn slechts wijze en onwijze dingen. En als je dwaas bent doe je jezelf en anderen schade; als je wijs bent doe je niemand schade … anderen, noch jezelf.
Er is niet zoiets als zonde
en er is niet zoiets als deugd …
alles is wijsheid.
Als je dat deugd wilt noemen, noem het het deugd.
En er is onwetendheid …
als je wilt mag je dit zonde noemen,
onwetendheid is de enige zonde.
Hoe kun je je onwetendheid transformeren tot wijsheid? Dat is de enige transformatie … en je kunt het niet dwingen; het gebeurt als je los bent en natuurlijk.
… los en natuurlijk te blijven,
kan men het juk verbreken …
aldus Bevrijding bereiken.
En men wordt totaal vrij. In het begin zal het moeilijk zijn, want steeds zijn er die oude gewoonten, die je dwingen iets te doen: je wilt kwaad zijn … maar de oude gewoonte tovert een glimlach op je gezicht. Er zijn mensen van wie je zeker kunt zijn dat ze kwaad zijn wanneer ze glimlachen. Met hun glimlachen tonen ze hun woede. Ze verbergen iets, een valse glimlach glijdt over hun gezicht. Ze zijn huichelaars. Een huichelaar is een onnatuurlijk mens: als er woede is zal hij glimlachen; als er haat is zal hij liefde tonen; als hij wil moorden pretendeert hij mededogen. Een huichelaar is een volmaakte moralist … volkomen kunstmatig, een plastic bloem, lelijk, onbruikbaar, helemaal geen bloem, enkel maar pretentie.
Tantra is de natuurlijke weg: Wees los en natuurlijk. Het zal moeilijk zijn want je moet met oude gewoonten breken. Het is moeilijk want je zult in een maatschappij moeten leven van huichelaars … maar je moet er doorheen. Het zal je zwaar vallen want je hebt zoveel geïnvesteerd in valse, kunstmatige pretenties. Het kan zijn dat je je erg alleen zult voelen, maar dat is van voorbijgaande aard. Na enige tijd zullen anderen je authenticiteit ervaren.
En onthoud dat authentieke woede beter is dan een gepretendeerde glimlach, want het is tenminste authentiek. En een man die niet authentiek kwaad kan zijn, kan helemaal niet authentiek zijn. Hij is tenminste authentiek, eerlijk aan zijn wezen. wat er ook gebeurt, je kunt er van op aan dat hij eerlijk is.
En dit heb ik opgemerkt: ware woede is mooi en een valse glimlach is lelijk; ware haat heeft een eigen schoonheid, net als ware liefde … want schoonheid heeft te maken met de Waarheid. Schoonheid heeft noch met haat, noch met liefde iets te maken … schoonheid komt van het ware. Waarheid is mooi, welke vorm ze ook aanneemt. Een ware dode man is mooier dan een vals levende man, want de oerkwaliteit van waar zijn is tenminste aanwezig.
Mulla Nasrudins vrouw stierf. De buren kwamen op bezoek, maar Mulla stond erbij alsof hij volkomen onaangedaan was, alsof er niets gebeurt was. Buren schreeuwden en huilden en ze vroegen: ‘Wat sta je daar nou, Nasrudin? Ze is dood!’
Nasrudin zei: ‘Wacht! Ze is zo’n leugenaarster … ik moet minstens drie dagen wachten om te zien of het werkelijk waar is.’
Onthoud echter dat schoonheid ontstaat door waarheid, door authenticiteit. Word authentiek en je zult openbloeien. En hoe authentieker je wordt, hoe meer je zult voelen dat vele dingen wegvallen … vanzelf. Jij hebt er niets voor gedaan, ze vallen vanzelf weg. En zodra je het kneepje kent, hoe losser je wordt, hoe natuurlijker, authentiek.
En dan zegt Tilopa:
… kan men het juk verbreken …
aldus Bevrijding bereiken.
De bevrijding is niet zo ver weg, ze ligt vlak achter je verborgen. Zodra je authentiek bent opent zich een deur … maar je bent zo’n leugenaar, je bent zo’n huichelaar, je bent zo in en in vals; daarom voel je dat bevrijding uiterst ver weg is. Dat is niet zo! Voor een authentiek wezen is bevrijding alleen maar natuurlijk. Zo natuurlijk als wat dan ook.
Zoals water naar de zee vloeit,
zoals stoom ten hemel stijgt,
zoals de zon warm is en de maan koel,
zo is voor een authentiek wezen bevrijding.
Bevrijding is niet iets om over op te scheppen, niet iets waarover je anderen moet vertellen dat je het bereikt hebt.
Toen Lin Chi werd gevraagd: ‘Wat is er met u gebeurd? De mensen zeggen dat u Verlicht bent’, trok hij zijn schouders op en zei: ‘Gebeurd? Niets … ik hak hout in het bos en draag water naar de ashram. Ik haal water uit de put en hak out omdat het winter wordt.’ Hij trok z’n schouders op … een veelbetekenend gebaar.
Hij zegt: ‘Er is niets gebeurd. Wat een onzinnige vraag. Het is iets natuurlijks.’ Zegt Lin Chi: ‘Als ik me slaperig voel ga ik slapen; en als ik honger heb eet ik. Het leven is volkomen natuurlijk geworden.’
Bevrijding is als jij volkomen natuurlijk bent. Bevrijding is niet iets om over op te scheppen: dat je iets groots bereikt hebt. Er is niets groots aan, er is niets buitengewoons aan. Bevrijding is alleen maar natuurlijk zijn, alleen maar jezelf zijn.
Dus wat te doen?
Laat spanningen los, laat huichelarijen los, laat alles los dat je rondom je natuurlijke wezen hebt opgebouwd … word natuurlijk. In het begin zal het je heel zwaar vallen, maar alleen in het begin. Zodra je er op bent afgestemd, zullen ook anderen voelen dat er iets met je is gebeurd, omdat authentiek wezen zo’n kracht is, zo’n magnetisme. Ze zullen voelen dat er iets gebeurd is. ‘Deze man maakt niet langer deel uit van ons, hij is totaal anders geworden.’ En je zult niets hebben verloren want alleen onnatuurlijke dingen zullen wegvallen.
En zodra de leegte geschapen wordt door het wegvallen van onnatuurlijke dingen, huichelarijen, maskers, dan komt het natuurlijke wezen tot bloei. Het heeft ruimte nodig.
Wees leeg, los en natuurlijk. Laat dit het meest fundamentele principe zijn in je leven.

0 comments: